dinsdag 9 november 2021

Pip, de omkeerbare muts

Deze mutsen zijn gemaakt met de nieuwe haaktechniek carreaux crochet. Omdat je met haken niet zo makkelijke een flexibele boord kan maken, zitten er twee tubes in de rand waar je elastiek door kan halen.
Het basis idee bestaat uit een rand ongeveer op maat van je voorhoofd die daarna breder wordt. En vervolgens een (open) rondje voor de bovenkant die je er later op vastzet.

De zwart/witte muts in deze blog is gehaakt met Azurite van Distrifil (50 gr / 140 m). Per kleur heb ik ongeveer 70 gram gebruikt. Met 80 steken kwam ik op een omtrek van ongeveer 57 cm.
Zet een rij lossen op (in dit geval 80) + 1 losse om te keren. Haak vervolgens 3 rijen vasten en zet de lus vast met een knijper of steekmarkeerder.
Haak de 2e kleur aan in de eerste losse - je ziet het begindraadje van wit op de middelste foto. Maak hiermee ook 3 rijen vasten.
Vouw het geheel dubbel.
Gebruik steekmarkeerders - in dit geval om de acht steken - die je door beide kleuren haakt.

Bij deze muts heb ik tussen de steekmarkeerders steeds *3 steken achter op zwart - ovl (overgangslosse) - 2 steken voor op wit - ovl - 3 steken achter op zwart* gehaakt.
Kijk voor een beknopte uitleg op deze blog.

Vervolgens maak je de laatste steek af met de lus van kleur A (wit in dit geval). En een losse om te keren.

Haak vervolgens dezelfde rij met kleur B.
De tweede rij heb ik kleur-op-kleur gehaakt.
Nu volgt de tweede tube. Eerst drie rijen vasten met wit, vervolgens drie rijen vasten met zwart.

Daarna weer een rij met zwart met steken voor en achter, waarbij de laatste steek weer wordt afgemaakt met de lus van wit.
Als de rand de hoogte heeft van het voorhoofd kan je gaan meerderen. Het maakt niet uit of je een rij hebt van alle steken aan dezelfde kant of dat je een voor/achter-rij hebt. 

Bij het haken van vasten meerder je zes steken per toer. Bij het haken van stokjes meerder je twaalf steken per toer.
De bovenkant begin je door van elke kleur twee open rondjes te haken. Haak heen en weer. Begin met een magische lus of een ring van 3 lossen. Daarin 6 vasten. Volgende toer 12 vasten, vervolgens 18 en naar wens nog een toer van 24. Als je beide rondjes hebt gemaakt zet ze dan aan elkaar vast met steekmarkeerders. Haak een toer (in dit geval met zwart) met steken voor en achter - waarbij je ook zes steken meerdert. Haak de laatste steek af met de lus van de andere kleur (in dit geval wit) en maak dezelfde rij met die kleur.

Ook hier geldt: een toer van vasten meerder je zes steken, een toer van stokjes meerder je met 12 steken. Je werkt steeds heen en weer. Het is ook mogelijk om in de rondte te haken, maar dat is lastiger met de kleurwisseling.

Een andere mogelijkheid is om na het meerderen van de rand weer te minderen en naar binnen toe te werken. Het is alleen op het laatst een beetje priegelig.
Zorg ervoor dat de rand en de bovenkant hetzelfde aantal steken hebben als je ze eenmaal aan elkaar vast gaat zetten.

Je kan stippen maken met dezelfde afstand wat het aan elkaar zetten makkelijker maakt.
Naai met de draadeinden het rondje dicht.
Doe beide kanten apart en zorg dat je niet door de andere kleur heen steekt.
Naai de rand aan beide kanten dicht, waarbij je op moet letten dat je niet per ongeluk de tubes dicht naait. Het kan handig zijn een potlood erin te zetten om dit niet te vergeten (...)
Bevestig hierna de rand en de bovenkant op elkaar.

Dit kan zowel met naald en draad als hakend.
Bijvoorbeeld een vaste op de rand, een losse, een vaste op de bovenkant, een losse enzovoort.

Ook hierbij moet je weer oppassen dat je niet de andere kleur meepakt.
Knip elastiek naar keuze op maat. Je kan twee aparte stukken nemen, voor elke tube eentje. Of je neemt een dubbele lengte en haalt die kruislings tussen de laagjes door (rood/gele muts, hoewel niet zichtbaar op de foto...). Knoop de eindjes vast en verstop de knoop in de tube.

Als je de muts voor iemand anders maakt laat dan zien waar het elastiek eruit gehaald kan worden voor het geval het nog wat strakker moet.